Afgelopen week kreeg ik een mailwisseling ter inzage. Het was een mailwisseling tussen dhr Henk Koenen en Gerrit Knol hoofdredacteur van “Het Spoor der Kampioenen”
Henk vraagt in zijn mail aandacht voor de problematiek die enkele Zuid-Hollandse liefhebbers veroorzaken door de mega hoeveelheid duiven die ze wekelijks inkorven. Ik publiceer hier onder een deel van de mail die Henk Koenen stuurde naar Gerrit Knol.
Geachte hr. Knol.
Vanaf mijn jeugd ben ik aktief in de duivensport ( bijna 55 jaar).In al die jaren heb ik het liefhebbers aantal zien terug lopen van ruim 55.000 tot nu schraal 18.000 leden. Vooral de laatste jaren gaat de terugloop in versneld tempo. Reden hiervan is zonder meer de vergrijzing met tegelijkertijd weinig aanwas van jonge liefhebbers. Echter ook de toename van mensen die van duivensport hun beroep hebben gemaakt, zal de duivensport in zijn huidige vorm doen verdwijnen. De beroepsspelers zijn gebaat bij overrompelende uitslagen in groot verband die toekomstige kopers vanuit het buitenland verbazen en aantrekken. De laatste twee natour vluchten in afd.5 ,rayon Gouwe en Ijssel, bewijzen dit zonneklaar . De gewone liefhebbers worden als kleuters te kijk gezet en de twee gekende groot inkorvers trekken alles naar zich toe!! Echter ook tussen deze twee veel inkorvers is het verschil dat de massa uitmaakt gigantisch! V. korft op de vlucht vanuit Duffel 375 duiven in ( sommige verenigingen komen niet eens aan de helft van dat aantal ) en de B. 74. Wanneer B 4 duiven geklokt heeft is V. al aan nr.54 toe! De week daarop precies het zelfde beeld. De man die met zijn 15 duiven naar het lokaal gaat krijgt steeds meer het gevoel dat hij daar echt niets te zoeken heeft .
Hier volgt een deel van het antwoord wat Henk Koenen van Gerrit Knol ontving.
Ik heb de wedvlucht uitslagen gezien waarop u in uw mail ingaat. Ik heb ook de uitslagen gezien van de rubriek Grootmeesters van dezelfde vlucht. Dan blijkt dat indien liefhebbers in verhouding van het aantal duiven wat men inkorft, tegen elkaar strijdt de gemiddelde bepalend is en dat het niet uitmaakt of je veel of weinig duiven inkorft; de rangschikking wordt gemaakt op basis van de gemiddelde punten die het team (de ingekorfde duiven) maakt. In dat geval blijken de sterkste hokken, dus de grootmeesters, naar boven te komen. Het is op een andere manier naar de uitslagen kijken. We kijken in deze competitie dus niet naar de prestaties van de individuele duiven, maar naar de prestatie van de coach met zijn team duiven.
Tot zover het antwoord van Gerrit Knol.
Na dit antwoord gelezen te hebben kan ik alleen maar met mijn hoofd schudden. Ik heb mijn redacteur hoog staan maar wil hem via dit medium toch laten zien en bewijzen wat de gevolgen zijn van massa-inkorven op het resultaat van een wedvlucht. Ik zal hier een recent voorbeeld geven We hebben het dan over de vlucht waar Gerrit en Henk op doelen. Het gaat over de na lijn vlucht Duffel 13 Augustus. We nemen 2 liefhebbers als voorbeeld die beiden een top uitslag produceerden op deze bewuste vlucht. Jan Eskes en ondergetekende Martin van Zon. Beiden wonen aan de rivier de Lek en vliegen op praktisch dezelfde afstand. Jan is ingedeeld in Zuid-Holland Oost(zonder mega inkorvers), Martin in Gouwe en Ijssel (met mega inkorvers).
Jan Eskes Zuid-Holland Oost.
Duffel 2314 d
20 mee 18 prijzen.
9-12-13-18-31-37-38-39-42-61-62-67-79-82-99-101-132-216.
Eerste duif maakt 1336 m en 18e duif 1229 m/pm.
Martin van Zon Gouwe en Ijssel.
Duffel 3708 d.
20 mee 20 prijzen.
151-183-267-292-348-565-628-643-754-763-764-767-775-897 dan volgen nog 6 rayon prijzen.
Eerste duif maakt 1334 m en 20e duif maakt 1221m/pm.
Indien Martin in Zuid-Holland Oost was ingedeeld had Martin echter de volgende serie neergezet. 10-11-21-23-30-74-87-97-98-99-119-122-123-170-174-193-196-225-253-259. 20/20
Let wel de duiven van beide liefhebbers zitten in dezelfde auto, Streefkerk ligt enkele kilometers oostelijker aan de Lek en Jan Eskes had daardoor zelfs nog wat voordeel( behoorlijke westelijke wind).
Zoals we zien hebben zowel Jan Eskes als Martin van Zon een prima uitslag gemaakt.
Martin draait ze er alle 20 in en Jan Eskes 18 van de 20. De eerste 2 duiven van Martin hadden in Zuid-Holland Oost dus 10 en 11 gevlogen.
De eerste en laatste duiven van Jan en Martin maken praktisch dezelfde snelheid. Martin pakt ze alle 20 en Jan 18 van de 20. Martin heeft als coach echter een beter resultaat neer gezet.(door zijn clean sweep).
Toch worden de duiven van en de melker Jan Eskes in het Spoor der Kampioenen op een podium gezet en Jan krijgt de kwalificatie” Grootmeester op Duffel”. Martin en zijn duiven hebben in feite zeker zo goed (of beter) gepresteerd maar maken in Gouwe en IJssel een onopvallende uitslag. Prijzen voor alle landelijke competities en Spoor vermeldingen worden berekent van uit deze samenspelen. Martin is op een dergelijke vlucht in zijn samenspel dus volstrekt kansloos voor alle nat duif kampioenschappen. Waarom moge duidelijk zijn. Op de 21e prijs in Zuid-Holland Oost zijn er bij de familie Verkerk in samenspel Gouwe en IJssel al bijna 120 (van de 375 )duiven geland en over de antennes gelopen. Doordat deze duiven altijd in groepen arriveren wordt het hele concours ontwricht. Een duif wiens hok gesitueerd is buiten de vlieglijn blijkt volkomen kansloos te zijn tegen in groepen arriverende duiven met dezelfde bestemming. En helemaal kansloos als deze groepen duiven thuis horen op het einde van de vlieglijn.
Conclusie: Gerrits verhaal klopt niet, op geen enkele manier komt een goede prestatie tot zijn recht als je tegen de massa moet vliegen. Alleen in samenspelen zonder massa inkorvers kun je in de competitie “Grootmeester” van het Spoor uitblinken. Uitzondering zijn er voor hen die in de regio of op de aanvliegroute van de massa inkorvers wonen.( meeliften tussen de massa dus).
Hier zie je ook het bewijs dat drie duiven die op een en dezelfde vlucht precies dezelfde snelheid maken in het ene samenspel beloont worden met 10-11-21( 3 kop prijzen) en in het andere samenspel met 151-183-267. Zijnde drie prijzen die er praktisch niet meer toe doen. Ze doen er praktisch niet meer toe wat betreft de uitslag en voor wat voor competitie dan ook. Gaat er ergens geen lampje branden dat we met een hele kromme rare duivensport bezig zijn? Als we deze feiten in ogenschouw nemen wat stelt dan een competitie als TBOTB, Wie heeft ze beter, Pipa ranking of een Nationaal Kampioenschap eigenlijk nog voor. Is het dan vreemd dat enkele kampioenen in de kring Zuid-Holland Oost altijd verschrikkelijk hoog scoren in al deze competities? Nee,natuurlijk niet, dat is alleen maar een logisch gevolg van wat ik hier net heb uitgelegd.
Martin.